Zowel de opdrachtgever als aannemer hebben de verantwoordelijkheid om te zorgen dat de veiligheid en gezondheid van werknemers, derden en het milieu gewaarborgd blijven. Opdrachtgevers van werken in de waterbodem hebben op grond van de Arbeidsomstandighedenwet (‘Arbowet’) en onderliggende besluiten en regelingen een inspanningsverplichting om de mogelijke veiligheids- en gezondheidsrisico’s in te schatten. CROW-publicatie 400 ‘Werken in en met verontreinigde bodem’, biedt de kaders om de risico’s in te schatten en maatregelen voor te schrijven.
In het geval van een ingreep (ook onderhoudsbaggeren) in een waterbodem waarbij een bepaalde hoeveelheid bodemmateriaal de interventiewaarde overschrijdt, moet de ingreep op een goede en controleerbare wijze worden uitgevoerd om problemen van milieuhygiënische aard te voorkomen. Hetzelfde geldt voor alle resterende waterbodemsaneringen (overgangsregeling Wbb). Daarom moet in die gevallen de aannemer gecertificeerd en erkend zijn volgens BRL 7000 (zie ook het wijzigingsblad).
Voordat gestart wordt met de uitvoering, vindt controle plaats of wat op de kaart / in het uitvoeringsplan staat overeen komt met wat op locatie wordt aangetroffen. Ook moet aandacht besteed worden aan de vraag of het project realiseerbaar is zoals voorzien.
Ook als geen sprake is van een verplichting om met een gecertificeerde / erkende aannemer te werken, kán op vrijwillige basis gekozen worden voor werken conform protocol 7003. Dit kan een eigen keuze van de aannemer zijn of een wens van de opdrachtgever.