Overig onderzoek (explosieven, ecologie, archeologie)

Explosieven

In geval van mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven (CE) in de waterbodem, moet een organisatie ingeschakeld worden die gespecialiseerd is in (voor)onderzoek naar CE. Die organisatie moet gecertificeerd zijn op grond van de WSCS-OCE. De uitvoering van een ingreep in de waterbodem waarbij risico bestaat op aanwezigheid van explosieven, moet ook onder certificaat worden uitgevoerd. 

Ecologische waarden

De soortenbescherming op grond van de Wet natuurbescherming vormt op ecologisch gebied het belangrijkste wettelijk kader voor waterbodembeheer. Als er sprake is van beschermde soorten moet een vergunning worden aangevraagd. Bij uitvoering van de ingreep volgens een goedgekeurde gedragscode is geen vergunning nodig. Waterschappen maken vaak gebruik van de gedragscode Bestendig beheer en onderhoud en de gedragscode Wet Natuurbescherming van de Unie van Waterschappen.

Tijdens het broedseizoen mogen in principe geen baggerwerkzaamheden uitgevoerd worden. Tevens kunnen er in Natura2000 gebieden extra restricties gelden voor de uitvoeringsperiode van baggerwerk.

Er bestaat geen erkenningsplicht of certificering voor ecologische (advies)werkzaamheden. Het is wel aan te raden om een ecologisch adviseur mee te laten kijken. Klik hier voor meer informatie over de Wet natuurbescherming.

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet komt de vergunningplicht terug in hoofdstuk 11 van het Besluit activiteiten leefomgeving. Ook dan geldt dat een vergunning niet is vereist als er gewerkt wordt volgens een goedgekeurde gedragscode.

Archeologisch onderzoek

Het Europese Verdrag van Malta heeft als doel het cultureel erfgoed dat zich in de bodem bevindt beter te beschermen. Voor waterbodembeheer is het verdrag ook van belang, bijvoorbeeld bij ingrepen in oevergebieden of bij verdieping / verbreding van oppervlaktewateren.

Voor het uitvoeren van archeologisch onderzoek heeft SIKB kwaliteitsdocumenten opgesteld. Organisaties kunnen zich laten certificeren op basis van de BRL 4000 en de Kwaliteitsrichtlijn Nederlandse Archeologie (KNA). De KNA waterbodems bevat eisen waaraan archeologisch onderzoek en beheer van archeologisch vondst- en documentatiemateriaal minimaal moeten voldoen. Vanaf 1 juli 2016 is de Erfgoedwet in werking getreden. Archeologische vindplaatsen in de (water)bodem mogen vanaf die datum alleen door een gecertificeerde partij worden opgegraven. Dit blijft ook zo na de inwerkingtreding van de Omgevingswet, want de Erfgoedwet wordt niet in die wet geïntegreerd.

Gemeenten moeten in bestemmingsplannen rekening houden met het belang van het behoud van archeologische monumenten. In veel bestemmingsplannen staat daarom een vergunningplicht voor graven. Die vergunning wordt alleen verleend nadat archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn, of kunnen worden geschaad. Die regels gelden ook voor het graven in de waterbodem. Onder de Omgevingswet blijft dat gelijk, de regels in het bestemmingsplan gaan op in het omgevingsplan van de gemeente.

Om als waterbeheerders uitvoering te geven aan het Verdrag van Malta hebben de waterschappen en Rijkswaterstaat samen de Handreiking waterbeheer en cultuurhistorie opgesteld. De waterbeheerder wordt aan de hand van vragen gewezen op de mogelijkheden en verplichtingen in zijn specifieke geval. 

Niet limitatief

Afhankelijk van de toepassing van de baggerspecie, eisen vanuit de omgeving, etc., kunnen ook andere typen onderzoek aan de orde zijn. Het is van belang hierover in een vroeg stadium na te denken.